Bij het bepalen van de hoogte van kinderalimentatie staan twee begrippen centraal: de behoefte van het kind of de kinderen en de draagkracht van degene die de kinderalimentatie moet gaan betalen.
Netto besteedbaar gezinsinkomen
Allereerst wordt gekeken welke financiële ‘behoefte’ kinderen hebben. De kinderbehoefte bepalen jullie door jullie jaarlijkse netto-inkomen bij elkaar op te tellen. Dit betreft jullie gezamenlijk inkomen vóór de scheiding.
Hoe wordt het netto gezinsinkomen bepaald? Dit is in principe de optelsom van het netto-inkomen van jullie beiden vlak vóór de echtscheiding. Hierbij tellen de volgende zaken mee:
Behoefte van het kind/de kinderen
Er wordt eerst gekeken wat het kind of de kinderen in financiële zin nodig zouden hebben, de zogenaamde behoefte. Hoewel de behoefte van elk kind afhankelijk is van allerlei individuele factoren, wordt meestal uitgegaan van de normen die vastgelegd zijn in het rapport ‘Kosten van kinderen ten behoeve van vaststelling kinderalimentatie’. In dit rapport is een tabel opgenomen die afhankelijk van het aantal kinderen in een gezin, de leeftijden van de kinderen en het netto besteedbaar gezinsinkomen per kind aangeeft hoe hoog de behoefte is.
Draagkracht van de ouders
Als de behoefte van het kind of de kinderen berekend is, wordt er gekeken naar de draagkracht van beide ouders. Met andere woorden: wat kunnen beide ouders bijdragen aan de financiële behoefte van de kinderen? Om de draagkracht van elke ouder vast te stellen moet eerst zijn of haar netto-inkomen worden vastgesteld. Op dit inkomen worden een aantal kosten in mindering gebracht, kosten die elke ouder moet maken om zelf rond te kunnen komen. Bekende kosten (lasten) zijn bijvoorbeeld: de bijstandsnorm voor alleenstaande, redelijke woonlasten en de premie voor de zorgverzekering. Bij het inkomen van de ouder die alimentatie gaat ontvangen, wordt het geschatte kindgebonden budget opgeteld dat na de scheiding wordt ontvangen.
Zorgkorting
Bij de berekening van de kinderalimentatie wordt ook rekening gehouden met de zogenaamde zorgkorting. Als de ouder die kinderalimentatie moet betalen een of meer dagen per week voor de kinderen zorgt, kan hij of zij recht hebben op zorgkorting. De hoogte van deze korting is afhankelijk van de vraag hoeveel zorg deze ouder draagt. Hoe meer de zorg voor de kinderen over beide ouders verdeeld is, hoe meer dagelijkse kosten de alimentatieplichtige ouder zelf heeft. En hoe hoger de zorgkorting.
Als vuistregel worden de zorgkosten uitgedrukt in een percentage van de behoefte, hetgeen de volgende zorgkorting oplevert:
Hoogte kinderalimenatie
De rechter vergelijkt de draagkracht van beide ouders en stelt naar rato van deze draagkracht de kinderalimentatie vast.